De beursorganisatie had de beurs dit jaar een stuk overzichtelijker gemaakt door verwante producten en producenten bij elkaar te plaatsen. Daardoor kreeg de beurs meer focus en hoefde de beursganger niet stad en land af te lopen. Nu was dat toch al wat gemakkelijker geworden omdat de beurs wat gekrompen is – hal 3.1 was dit jaar niet in gebruik – maar de concentratie in productgroepen en diensten zorgde er wel voor dat je als bezoeker een beter overzicht had van wat er wordt aangeboden. Het is wellicht ook te beargumenteren dat door deze concentratie de sfeer op de beurs wat spannender wordt, omdat directe concurrenten nu letterlijk in elkaars schootsveld liggen.
Dat is ook wel nodig, omdat Paperworld te maken heeft met een bezoekersaantal dat onder druk staat. Het aantal branchegenoten dat dit jaar naar Frankfurt afreisde, lag wat lager dan in 2016. Uit Nederland kwamen vorig jaar 1033 bezoekers, dit jaar waren dat er 1002, volgens de officiële telling. Gelukkig was dat in lijn met wat vele exposanten verwacht hadden, zo bleek uit reacties van standhouders. Omdat die verwachting dus ‘gemanaged’ werd, viel het bezoek uiteindelijk vooral positief uit: lag de kwantiteit wat lager, de kwaliteit was gestegen. De meeste standhouders die ik sprak, bleken dan ook tevreden over het verloop van de beurs.
Natuurlijk is Paperworld allang geen handelsbeurs meer – in de zin dat er op de beurs veel deals worden gesloten. Op Paperworld wordt het voorwerk verricht, en in de komende weken worden de deals beklonken. Verder is het vooral werken aan je imago, netwerken, zorgen dat je er bent en dat je gezien wordt. Het gezien worden geldt vooral voor de eigen markt en de bestaande klanten: waar nog echte potentiële klanten worden gevonden is niet in onze contreien, maar in Zuid- en Oost-Europa, en daarbuiten. Hier zijn nog kleinere, zich ontwikkelende markten te vinden die de Frankfurter Messe gebruiken om echt hun slag te slaan.
Lees het uitgebreide verslag binnenkort in KBM.