Later in een praatprogramma met Sonja Barend lichtte hij zijn boek nogmaals toe. Deze aflevering gaat nog steeds rond op social media, waardoor het ons een goed idee leek hem eens te vragen naar wat er zoal komen gaat. Want ja, in deze snel veranderende wereld kan je maar beter goed voorbereid zijn.
Maar eerst, hoe is het mogelijk dat je toen al de internetrevolutie goed voorspelde?
“Wat je ziet aan mensen wanneer ze iets gaan voorspellen, is dat ze blijven in het nu. Men gaat alleen variaties aanbrengen aan wat er nu is. Maar dan met iets modernistisch. Toen internet kwam, wist ik zeker dat dat alles ging veranderen. Ik ging vooruitkijken en wilde me niet op de techniek richten, maar op de functie. Dan redeneer ik naar wat de menselijke behoeftes zijn en welke barrières er worden weggenomen door nieuwe technologie. De telefoon was hiervan het eerste voorbeeld, want hiermee heeft de mens de eerste fysieke barrières doorbroken. Daarvoor kon je alleen praten op de afstand die je stem reikte. Met de telefoon verplaats je jouw stem en oren tot onbeperkte afstand. Met de televisie ook het zicht.
Ik stelde mezelf tijdens het ‘voorspellen’ voor dat met internet alle fysieke barrières zouden worden doorbroken. Dus we gaan naar een situatie dat we onze zintuigen kunnen verplaatsen tot onbeperkte afstand. Alles wat tot dan toe fysieke barrières waren, zouden worden overwonnen. Die ‘regel van de Reizende Zintuigen’, heb ik op elke functie die ik kon bedenken toegepast.”
De smartphone was in die tijd nog niet. Nu heeft iedereen een dergelijk apparaat. In de toekomst ook?
“Die interface tussen de digitale wereld en ons brein kan nog steeds bestaan. Maar of dat is door middel van een scherm of iets dat direct contact maakt met je hersenen. Dat laatste is het meest logische, dus de interface van een scherm verdwijnt. Wat ik nu ook zeg zal over tien jaar waarschijnlijk onzin zijn, maar de functie is wel kloppend. Misschien op een manier waar we nu nog niet aan denken, want dat is veel logischer dan dit rare apparaat (*pakt smartphone). Dit is nog een tussenschakel tot alle informatie die er in de wereld bestaat.
Moet je dan denken aan een chip in je hersenen? Ik denk dat de functie er wel zal zijn. Dus dat het direct contact maakt met je hersenen. Maar alles wat we nu zeggen over techniek zal vast niet kloppen. Het gaat om de functie. Het maakt niet uit of het nu een chip, een gehoorapparaatje, een contactlens of implantaat is. Wat er gaat gebeuren is dat wat je nu indirect met een smartphone kunt je dan kunt zonder device.”
Je hebt het over fysieke barrières. Vertel!
“We kunnen nu virtueel ergens aanwezig zijn, maar de mensen die op locatie zijn, zien ons niet. Het is logisch dat er momenten gaan komen dat dit wel zo is. In 1995 schetste ik een groot bedrijf met vier locaties. Hier had elke vestiging een vergaderruimte. Daar ging dan de directeur van het bedrijf in zijn eentje zitten. De andere drie van de andere drie locaties zitten er ook, maar dan holografisch geprojecteerd. En dan kun je gemakkelijk met elkaar vergaderen. Hiervan zie je nu al vormen, maar nog niet volledig uitgevoerd. Dus wat je kunt verwachten is dat de virtuele wereld, met onder andere de zojuist geschetste vergaderingen werkelijkheid worden. Facetime, met dus enkel een gezicht, is dus snel verleden tijd. In feite kan dit nu al, maar het wordt pas een consumentenproject als veel mensen het willen gaan gebruiken.”
Hoe gaat dat in de praktijk?
“Kijk naar augmented reality, je kunt nu al een dinosaurus over tafel laten lopen. Dus waarom kan je niet je oma over tafel laten lopen? Het is heel logisch dat alles driedimensionaal wordt. Dan wordt het overigens wel heel druk op Times Square in New York.”
En het gevoel dat iets echt is?
“Twintig jaar geleden zeiden mensen al: ‘Ik wil toch graag mensen recht in hun ogen aan kunnen kijken’. Nou, dat is voor de jonge mensen tegenwoordig veel minder relevant. Deze mensen zijn namelijk al opgegroeid in het digitale tijdperk.”
Wat gaat de toekomst brengen bij de mensen thuis?
“Ik denk dat we ons huis overal ter wereld neer kunnen gaan zetten. Dat kan op twee manieren. Een voorbeeld: je hebt bijvoorbeeld het Anne Frank Huis in Amsterdam met die enorme rijen. Je kunt virtueel het Anne Frank Huis overal neerzetten. Zet een bril op en je loopt vervolgens een gebouw door dat dezelfde structuur heeft als het origineel in Amsterdam, maar door de virtual reality bril heb je een levensechte ervaring.”
En verder?
“Waarom kan het niet zo zijn dat wanneer ik uit het raam kijk, ik zelf bepaal waar ik op uit kijk? De skyline van New York, de Mount Everest of grote weilanden. Dan denk je meteen dat je heel de dag met een dergelijk bril op zit, maar dat gaat nou juist verdwijnen! Maar als je het virtual reality effect op een simpele manier kan hebben, kan je toch zelf bepalen waar jouw huis op uit kijkt? Je eigen huis wordt steeds meer een experience dankzij die technologie.”
Zitten mensen hier wel op te wachten?
“Heel erg. Hiermee doorbreek je barrières, want de meesten kunnen maar één huis hebben. Als je dit soort componenten aan je huis toevoegt, kan het elke vorm hebben die jij wilt. Hierdoor hoef je steeds minder in het fysieke te investeren, want veel kan virtueel.”
Dit artikel komt uit Connexie #4. De volledige uitgave is hier te lezen.