In een op de drie huishoudens stond eind 2018 een of meerdere slimme huishoudelijke apparaten. Dat houdt in: elektronica met software en een internetverbinding. Waar dat in 2017 28 procent was, is dat nu 36 procent. Bij de huidige trend zou het omslagpunt halverwege 2020 worden bereikt.
“Groei van zeventig procent is aanzienlijk”, aldus directeur John Kivit van onderzoeksbureau Multiscope. “En het betreft niet één categorie maar groei over de hele linie. De toename in bezit wordt volgens mij ook bepaald door momenten van vervangingsinvestering. Een verhuizing, defect van apparaten of noodzakelijke vernieuwing zijn impuls om de nieuwe elektronica aan te schaffen.” Kivit: “Als je de huidige acceptatie en groei ziet, begrijp je dat er veel geld in om gaat. Het zijn de hardwarefabrikanten die de ontwikkeling bepalen en, daarom, stappen er veel partijen in.” Dat verklaart direct de afwezigheid van een overkoepelend smarthomeplatform. Fabrikanten willen geen klanten delen.
Gemak en comfort zijn daarbij de belangrijkste drijfveren. Ook kostenbesparing is net, als in de voorgaande twee jaren, een belangrijke reden. Consumenten die minder enthousiast zijn, geven aan dat hun huidige apparaten nog voldoen of dat men de toegevoegde waarde van een vervangend slim product niet ziet.