Het ontstaansrecht van inkoopcombinaties is logisch te verklaren. Samen sta je sterker en opgeteld kom je tot interessantere inkoopvolumes wat weer voordeel kan opleveren. Vele kleintjes maken samen een grotere eenheid. Een goed idee dus.
In de evolutie en marktontwikkeling in allerlei branches zie je echter in alle Europese landen een verschuiving plaatsvinden. Het gaat niet langer over vele kleine dealers die zich verenigen, maar een combinatie van een aantal grotere dealers en vele kleintjes, die alleen maar kleiner worden of verdwijnen.
Het geheel raakt hierdoor uit evenwicht. Immers, de grotere spelers hebben eigenlijk de inkoopclub niet meer nodig. En voelen zich niet altijd solidair met de kleinere collega’s. Zij kunnen zelfstandig hun weg vinden en kijken vaak over de landsgrenzen heen om zich aan te sluiten bij nóg grotere Europese clubs of doen rechtstreeks zaken met de grotere fabrikanten. En deze laatste groep wil maar al te graag in direct contact met de grotere dealers.
Daar komt dan nog bij dat de pure online aanbieders vaak in staat zijn om dezelfde producten aan te bieden als hun collega’s, maar dan wel tegen lagere prijzen, omdat hun kostenbasis nu eenmaal vele malen lager ligt. Maar ze zijn wel lid van dezelfde club. Probeer met deze ontwikkelingen alle kikkers maar eens in de kruiwagen te houden.
Fabrikanten hebben dit allang gezien. Met de e-commerce platform mogelijkheden zoals Amazon en verbeterde externe fijn distributie mogelijkheden hebben zij direct contact met de markt en hebben geen tussenschakel meer nodig. En dan weten ze ook nog goed de weg te vinden naar nieuwe afzetkanalen zoals bijvoorbeeld de grotere food discounters.
Hoogste tijd voor een heroriëntatie dus.
Het beleveren van niet originele leden om de inkoopvolumes op peil te houden lijkt mij broodroof van de loyale leden. En het gaat volledig tegen de oorspronkelijke basisfilosofie in. Waarom zou je tenslotte extra concurrentie ondersteunen. Maar wat dan wel te doen?
In ieder geval lijkt mij de tijd van extra service wel voorbij. Het ouderwets drukken van een catalogus of het faciliteren van een website, beurs, of overige marketingondersteuningen zijn niet meer van deze tijd. Net als een duur hoofdkantoor met te veel overbodige functies. De kerntaak ligt bij goede en betaalbare logistiek en een uitdagend en competitief assortiment. Alles moet zo efficiënt mogelijk. Andere taken kunnen externe partijen veel beter vervullen. Vaak nog veel deskundiger en efficiënter.
Houd ik hier dan een pleidooi om de inkoopclubs maar af te schaffen? En de groothandel heeft ook geen functie meer? Nee, dat zeker niet! Wel lijkt het hoogste tijd om eens goed na te denken over de rol en ondersteuning die groothandels en inkoopclubs moeten vervullen. De externe ontwikkelingen vragen daarom. En in elk Europees landloopt men tegen dezelfde uitdagingen aan. Tijd voor een frisse wind en heroriëntatie dus. Een inkoopclub is natuurlijk heel erg ‘old school’, maar heeft zeker nog bestaansrecht. Misschien is het tijd voor een nieuwe generatie die geen band met het verleden heeft en onbevangen nieuwe ideeën naar voren kan brengen. Maar het adagium “het teambelang is belangrijker dan de individuele speler” geldt mijns inziens nog altijd.
Vrijwel alle inkoopverenigingen en groothandels hebben al een lange geschiedenis achter de rug. Traditie is mooi en moet je koesteren maar het gevaar marktontwikkelingen te missen ligt op de loer.
Change before you have to! Of anders heb je je langste tijd wel gehad…..
Mr.drs. Peter Damman
(Entrepeneur en voorzitter Officers World)