Bijna de helft van de Nederlandse leidinggevenden wil dat hun werknemers deze winter thuiswerken vanwege de stijgende energiekosten op kantoor. Dat blijkt uit een onderzoek in opdracht van freelance platform Fiverr onder ruim vijfhonderd managers. Een meerderheid van hen geeft aan het beleid ten aanzien van remote werken te gaan veranderen in 2023.
Momenteel wenst nog 72 procent van de werkgevers dat hun personeel naar kantoor komt. Nu de winter nadert en de energieprijzen blijven stijgen, blijkt het beleid rondom wel of niet thuiswerken echter veranderlijk. 58 procent van de leidinggevende geeft aan de plannen rondom thuiswerken in het aankomende jaar te wijzigen. De helft (49 procent) stelt zelfs te willen besparen op de energiekosten door werknemers vanuit huis te laten werken.
Sinds de maatregelen van de pandemie zijn verdwenen, verwelkomen werkgevers hun werknemers maar al te graag terug op kantoor. De argumentatie vanuit leidinggevenden is bovenal dat men beter samenwerkt (37%) en meer gemotiveerd is in de aanwezigheid van collega’s en managers (29%). “Dit weegt echter niet op tegen de stijgende energiekosten. Het personeel moet straks weer thuisblijven”, zegt Peggy de Lange van Fiverr. “Werkgevers zoeken noodgedwongen naar manieren om te besparen en hebben tijdens de pandemie ondervonden dat werknemers thuis ook hun targets halen.”
Helemaal terug naar fulltime werken op kantoor lijkt voor veel werknemers verleden tijd. Uit een gelijktijdig onderzoek van Fiverr onder werknemers blijkt dat slechts elf procent fulltime naar kantoor wil. De Lange: “Nederlanders lijken steeds meer gesteld te zijn op flexibiliteit en autonomie. Tijdens het thuiswerken hebben veel mensen ervaren dat een dag zonder forenzen en een eigen dagindeling heel efficiënt kunnen zijn. Dit valt ook terug te zien in het aantal freelancers in Nederland, dat blijft toenemen.”
Die wens naar flexibiliteit blijkt ook uit het onderzoek: bijna de helft (47 procent) van de ondervraagde werknemers stelt te stoppen met hun huidige baan wanneer remote werken niet meer mogelijk is. “In het werven en behouden van personeel is thuiswerken een steeds groter thema aan het worden”, aldus De Lange. “Met het huidige personeelstekort op de arbeidsmarkt is de onderhandelingspositie van werknemers sterk. Wil je per se dat iedereen naar kantoor komt? Dan zul je andere arbeidsvoorwaarden moeten aanbieden die jou als werkgever alsnog aantrekkelijk maken.”
Leidinggevenden hopen werknemers te verleiden met een fijne werksfeer en genoeg sociale activiteiten. Uit de cijfers blijkt echter dat een salarisverhoging nog altijd de grootste motivator is onder werknemers. Twee derde van de werknemers (64%) gaat in dat geval akkoord met een strenger beleid wat betreft werken op kantoor.
Dat werkt straks ook de andere kant op, denkt De Lange. “Als je personeel in de wintermaanden juist vraagt om weer thuis te werken, vanwege stijgende energiekosten, zullen zij daar ook voor gecompenseerd willen worden. Bij hen gaat immers ook de rekening verder omhoog. Met de kosten die je als werkgever bespaart met minder personeel op de werkvloer, kan je de werknemer tegemoet komen met een – al dan niet tijdelijke – salarisverhoging.”
