Zaterdag 28 oktober sluit na 67 jaar de Kralingse kantoorboekhandel Rembrandt zijn deuren. Sinds 1958 is de winkel op de Oude Dijk een begrip in Kralingen. De huidige eigenaar Rob de Jong, werkte hier sinds 1983 en werd in 1990 eigenaar, nadat zijn vader plotseling overleed. Nu heeft hij besloten te stoppen, waarmee een einde komt aan een tijdperk.
Op de website van de regionale omroep, Rijnmond.nl staat een mooi verslag over de zaak. Rembrandt begon in 1958 in precies dezelfde zaak als waarin hij nu staat. Het meubel waar de agenda’s op liggen is precies dezelfde als in de beginjaren, toen zijn vader de zaak runde. Het was een zaak zoals Rotterdam er in de jaren vijftig nog tientallen had, misschien wel honderden. De eigenaar, Robs vader, woonde boven de winkel en ‘draaide’ de winkel zelf, zonder personeel.
Het assortiment was enorm, de zaak straalde vakmanschap uit. Zijn vader droeg nog net geen stofjas. Rembrandt stond zich er op voor een enorm assortiment te hebben. En als iets niet in de winkel was, dan was het zo besteld. Zo begon het al voor de oorlog, toen Rembrandt nog op een andere plek zat in Kralingen. Zo ging het na 1958 verder in dit hoekpand. En zo is het nu nog.
In dit pand komt weer een winkel, heeft de pandeigenaar laten weten, maar wat voor winkel, dat weet Rob niet. “Mijn hart is al een beetje uit de zaak,” bekent hij. “Kijk nou om je heen, dit is toch niet mooi meer?” Op veel producten zitten oranje stickers. Rembrandt houdt al uitverkoop. “Het ziet er niet uit. Ik ontkom er niet aan, maar ik vind het een vreselijk gezicht. Dit past helemaal niet bij me. Ik houd juist van nette zaken.”
Lees hier het hele artikel op Rijnmond.nl < https://www.rijnmond.nl/nieuws/1718185/deze-bekende-rotterdamse-winkel-sluit-na-67-jaar-een-vaste-klant-bracht-zelfs-een-zelfgeschreven-gedicht-langs>
Een pen van 27.500 gulden
Natuurlijk veranderde er veel, door de jaren heen, vertelt hij tegen Rijnmond.nl. “Vroeger verkochten we heel veel spullen aan kunstschilders. Ik ben zelf gekker op pennen. Dus dat assortiment is enorm uitgebreid. Daarom kwamen mensen naar ons.”
Jaren geleden verkocht hij zelfs een pen voor 27.500 gulden. Maar veel bleef vooral hetzelfde. “De toonbank bijvoorbeeld. Die staat echt al járen op die plek. Ja, ooit stond ‘ie voor het raam. Maar daarna? Altijd hier.”
Nadat hij in de zaak kwam, groeide deze sterk, zo vertelde hij vorig jaar tegenover regionaal medium De Ster. Rob: ‘We hebben iets neergezet in Kralingen’. Inderdaad was het zó dat als het om kantoorartikelen, schrijfwaren e.d. ging, je je in Kralingen geen ander adres kon voorstellen dan Rembrandt. De klanten kwamen uit de wijde omtrek, tot aan Gouda aan toe. In de 80-er jaren werd de winkelruimte op de begane grond twee keer zo groot met een ‘doorbraak’ in de Taborstraat. Rembrandt had ooit 3 etages in gebruik, de kantoorboekhandel op de begane grond, speelgoed op de eerste etage en de kunstbenodigdheden in de kelder.
Vakkennis verloren
Sluit hij de winkel omdat mensen tegenwoordig veel meer online bestellen? Je zou denken van wel, maar het raakte zijn zaak niet, zegt Rob. “Geen last van gehad. Ik denk echt dat mensen iets willen aanraken voor ze het kopen. En advies willen krijgen. Dat krijg je in deze winkel.”
Dit raakt hem nog het meest. “Ja, er gaat iets verloren in Rotterdam. En er zijn al zoveel oude zaakjes verdwenen. Maar wat me vooral raakt is dit: als wij dichtgaan, verdwijnt er weer een beetje vakkennis.”
Zwaar was de coronacrisis, legt hij uit. “Ik moest het loon van onze mensen bijbetalen uit eigen zak en we gingen bijna ten onder, maar we overleefden het gelukkig toch.”
Dat de straat open ging in 2012 was nog veel pittiger. “Steun van de gemeente kregen we niet. Toen gingen we echt bijna onderuit.”
Het besluit om te stoppen nam hij zelf, toen vorig jaar een personeelslid vertelde te stoppen. “Toen ben ik gaan nadenken. Ik heb altijd gezegd: ik ga door tot mijn 65e. Ik ben nu 62, maar ik ben toch maar gaan rekenen. Hoe zit het met mijn pensioen? Mijn vrouw en ik kwamen erachter: we kunnen wel rondkomen. Het is goed zo.”
“Op de laatste dag dat we open zijn drinken we hier gewoon een wijntje met elkaar”, voorspelt hij. “Iedereen is dan van harte welkom. Natuurlijk.” Droog zal hij het niet houden. “Dat mensen dag komen zeggen ontroert me.” Dat grote afscheid nemen is al even geleden begonnen. Dagelijks stappen er mensen de zaak binnen die van de sluiting hebben gehoord. Sommigen wonen al jaren niet meer in de buurt.
Bang voor het zwarte gat is hij niet. “Wij handelen een beetje in antiek en rijden in de weekenden al een tijd markten in België en Frankrijk af. Mijn vrouw en ik vinden dat heerlijk. Drie dagen per week zorgen we voor de kleinkinderen. En mijn moeder, die veel klanten nog wel zullen kennen, is 90. Zij heeft ook hulp nodig.”