Zoek
Sluit dit zoekvak.
Zoek
Sluit dit zoekvak.

Duurzaamheid en circulariteit staan nog steeds hoog op de agenda. We zijn nog lang niet uitgepraat over dit uitdagende, complexe vraagstuk, maar de wil is er beslist om de neuzen dezelfde kant op te krijgen. Er zullen echter eerst nog wat heikele knelpunten moeten worden opgelost, voordat de branche komt tot een werkelijke circulaire economie. Moet hierbij de regelgeving vanuit de overheid leidend zijn? Of moet de focus meer op zelfregulering door de office-industrie liggen? Of is het een kwestie van verandering van mindset vanuit de samenleving? Branchegenoten en experts hielden een levendig en inspirerend debat tijdens de KBM Round Table over duurzaamheid. 

Joost Heessels (Magenta Communicatie, moderotor): Waarom is er nu weer, sinds corona versterkt, zo’n structurele aandacht voor duurzaamheid? 

Ton Bals weet uit ervaring dat het bij deze thematiek twee stappen vooruit is en een stap terug. ‘Ik merk in onze winkel dat duurzaamheid bij een steeds bredere groep klanten is ingezonken en dat de vraag in de markt toeneemt. Ze willen echt weten welk product duurzaam is.’ 

Roderik Mos denkt dat de aankondiging van de overheid in 2019 om voor elk kantoor circulair te gaan inkopen, ook een grote rol heeft gespeeld. ‘Dat heeft een enorme kentering gebracht in de manier waarop wij producten gingen ontwikkelen en aanbieden. Het woord circulair was destijds voor veel partijen nieuw en de overheid wist het ook niet precies te specificeren. Dit heeft in de markt een enorme reactie teweeggebracht, waarbij allerlei focusgroepen werden opgericht, in de keten moest worden samengewerkt bij aanbestedingen en voor het eerst consulten van leveranciers werden gevraagd. Het ging toen een stap verder dan alleen recyclebaar en duurzaam, wat een grote ommezwaai was.’ 

Heessels: ‘Ik denk dat de aandacht voor duurzaamheid en circulariteit ook een internationale ontwikkeling is, die niet alleen vanuit de overheid is geïnitieerd. 

Erick Wuestman: ‘De crux zit hem in het vakgebied facility management. Zo’n tien jaar geleden heb ik de Stichting Circulaire Economie opgericht. Veel mensen begrepen dit en de hele wereld wil wel iets met circulariteit, maar opdrachtgevers vinden het ook ingewikkeld. Op het moment dat iets je corebusiness raakt kan dat flinke consequenties hebben. Maar als er op facilitair gebied, bijvoorbeeld rondom de koffie, iets verkeerd zou lopen, is dat heel vervelend maar loopt er geen polder onder water. Terwijl koffie en thee juist wel leeft bij alle medewerkers omdat het iedereen raakt en dus een sterk verhalend effect rondom duurzaamheid heeft. Het aanvankelijk afhoudende gedrag vanuit de core business heeft een enorme drive gegeven aan het ervaring opdoen met verantwoord opdrachtgeverschap in de hoek van facility management. Dat ging ook heel goed omdat facilitair managers altijd al gewend waren om met complexiteit en een breed palet aan stakeholders om te gaan, ook rondom interieur bijvoorbeeld. En omdat Nederlandse projectinrichters koplopers zijn op het gebied van circulariteit kwamen door tal van circulaire (semi)overheid aanbestedingen beide werelden bij elkaar.’ 

Jan de Meester: ‘Kwam je 10 jaar geleden met rampspoed over het klimaat, dan zat je in de hoek van de geitenwollensokken’ 

Jan de Meester: ‘De Europese regelgeving ten aanzien van aanbestedingen, die is doorgesijpeld naar de nationale overheden, heeft zeker veel invloed gehad op het duurzame denken. Ik heb een wat romantischer en misschien te naïef beeld bij het geheel, maar ik denk dat er in de breedte van de samenleving meer draagvlak ontstaat voor de milieuproblematiek. We zien overstromingen, we zien bossen die in brand staan. Als je tien jaar geleden aankwam met dergelijke rampspoed over het klimaat, dan zat je in de hoek van de geitenwollensokken. Het leeft nu bij een bredere laag van de bevolking. Dit zie je nu terug in de vraag naar groene consumentenartikelen.’ 

Marcel Jacobs: ‘Wat ik enigszins mis in de discussie is dat we heel gemakkelijk ‘blamen en shamen’. Het is eenvoudig om naar een ander te wijzen. We hebben het over ‘groene’ producten, maar dat woord wil ik niet meer horen. Er is geen ‘groen’ product, er is maar één ‘groen’ product en dat is géén product. Maar daar gaat het niet om. Het draait wel om het bewust consumeren van ons, wat voor iedereen anders is. We kennen cappuccino-shame, flight-shame, child-shame, et cetera. Het is heel simpel om tegen een ander te zeggen dat hij iets beter of anders moet doen, maar we hebben niet de ballen om naar onszelf te kijken, zeg ik heel zwart-wit. Wat bedoel ik daarmee? Neem een pen van gerecycled kunststof. Blijft hij na gebruik in de la liggen, vliegt ie de prullenbak in of wordt de pen verbrand? Daar hebben we helemaal geen grip op, hoe je de keten ook probeert te sluiten.  

‘De vraag is veel meer: hoe zorg je ervoor dat er een constante transitie in bewustwording is en vooral het gedrag van mensen verandert? We kunnen nog zo veel mooie producten hebben, maar als ze niet betaalbaar zijn voor 80 procent van de wereldbevolking, gaat het niet gebeuren. Die 80 procent van de mensen onderaan de piramide willen hetzelfde als wij, zoals op vakantie gaan, een dak boven hun hoofd en fatsoenlijk eten. We zitten daarom in een conflict of interest. Er is een stevige belangenstrijd tussen productdesign, productgebruik en degene die er voor moet betalen. Zo lang mensen niet hoeven te betalen voor de negatieve impact die een product of dienst levert, verloopt de verduurzaming niet in het tempo dat we nodig hebben om resultaat te bereiken.’ 

Marcel Jacobs: ‘Er is een stevige belangenstrijd tussen productdesign, productgebruik en consument/eindgebruiker’ 

Mos: ‘Hiermee kunnen we het roerend eens zijn. Maar als je als fabrikant je nek uitsteekt en met allerlei initiatieven je organisatie probeert te verbeteren, komen er tegelijkertijd verschillende concullega’s met onzinverhalen dat ze bijna net zo goed zijn als jij. Wij hebben bijvoorbeeld van al onze producten LCA’s (levenscyclusanalyse) en EPD’s ((Environmental Products Declaration) gemaakt, de PCR (Product Category Rules) ontworpen, de carbon footprint in kaart gebracht en zijn de eerste CO2-neutrale producent in ons vakgebied ter wereld. Maar uiteindelijk wordt er toch over prijs gepraat. Zelfs de grotere klanten gaan in zee met leveranciers die een label op hun producten plakken en duurzaam claimen te zijn zonder enige vorm van bewijs. Er ligt ook een taak voor de overheid. Laten we beginnen met een bedrijf te verplichten zijn carbon footprint in kaart te brengen. Of met zijn allen op basis van de carbon footprint, of een milieukosten-indicator of een material circularity index labels op producten plakken, of dat bedrijven belasting betalen over de uitstoot of milieuvervuiling. Het gaat om de ware milieu-impact van het product en niet om de kost- of verkoopprijs. Bovendien moet je de prijs voor een deel bij de consument neerleggen.’ 

Jacobs: ‘Met het laatste punt ben ik het eens, maar je gaat aan een ander item voorbij. Op het moment dat jij een bepaalde dataset of standaard gebruikt en een concurrent weer een andere, maar de inkoper niet snapt wat standaard A of B is, ga je toch weer terug naar een prijsvergelijking. Het gaat mis als er geen standaard is, want de inkoper gaat het makkelijkste doen: welke lijstjes hij kan afvinken. Alle inkopers worstelen met de druk van het inkoopproces. Wanneer er een monster als duurzaamheid of circulariteit komt, snappen ze helemaal niet waar het over gaat. Het is ook een verantwoordelijkheid om samen met je concurrent een dialoog te voeren om tot transparantie te komen.’ 

Roderik Mos: ‘Laten we beginnen met een bedrijf te verplichten zijn carbon footprint in kaart te brengen’ 

‘Maar als je met je concurrent in gesprek gaat en jouw product doet het beter dan dat van de ander, dan haakt deze al af. Het is inderdaad een transitie waar tijd overheen gaat, maar die standaarden zijn er al lang, zoals LCA’s en EPD’s. We moeten echter gewoon stoppen met het wiel opnieuw uit te vinden met zijn allen. Ik denk dat daar het grote probleem ligt. Je hoeft niet per se met elkaar samen te werken, maar er zijn al jaren meetinstrumenten beschikbaar, waarmee je de carbon footprint en de milieukosten van het product in kaart kan brengen. Je zou alleen maar een afspraak hoeven te maken over welke methodiek je hanteert. Dat leg je vast in een PCR.’ 

Willy van der Steen vindt dat Jacobs precies de vinger op de zere plek legt. ‘Ik ben al meer dan 25 jaar betrokken bij aanbestedingen en kom nog uit de tijd dat de leverancier die een BIC-balpen het laagst onder de inkoopprijs aanbood, de tender wint. Gelukkig hebben we de laatste jaren een kentering gezien, doordat de rijksoverheid en overige publieke instellingen in aanbestedingen duurzaamheid echt belangrijker vinden. Inmiddels is duurzaamheid een belangrijker gunningscriterium dan prijs. Dit is echt een wezenlijke factor voor nog meer aandacht voor duurzaamheid.’ 

Hondmann vindt het naïef dat lang de gedachte leefde dat de branche zichzelf wel zou reguleren voor de beste uitkomst. ‘Zo heb je de imaging equipment Green Deal, waarbij vanuit de EU de fabrikanten de kans kregen om via een ‘voluntary agreement’ zelf met een pakket te komen. Hierdoor werd enerzijds ecodesign – hoe gemakkelijk maak ik mijn product zo circulair mogelijk? – toegepast, anderzijds de mogelijkheid tot reparatie en het product zo lang mogelijk in de oorspronkelijke vorm te gebruiken. Dat bleek niet ambitieus genoeg, want je moet niet denken dat, vooral Japanse en Amerikaanse, multinationals die telkens mooie cijfers moeten leveren, bezig zijn met de verduurzaming van Europa. We kunnen hun greenwashing pas tegengaan als er een goede regelgeving komt. Ik ben blij dat via de genoemde Green Deal bijvoorbeeld de eigen oplader van elke smartphonefabrikant wordt verboden. Zolang we niet de werkelijke kosten verdisconteren in de prijs, gaan we nooit de keus op de juiste manier beïnvloeden. Ontwikkelingen als ecodesign en een eerlijke prijs zijn voor onze branche heel belangrijk.’ 

Willy van der Steen: ‘Wezenlijk is dat duurzaamheid nu een belangrijker gunningscriterium is dan prijs’ 

Heessels: ‘We zitten met ons allen nog lang niet op het goede spoor, is het te ingewikkeld en tellen eigenbelangen nog te veel. Er zijn nog te veel zaken die de verduurzaming tegenwerken. Dan zetten we maar wat marketing in rond de problematiek en zien het wel, lijkt enigszins de teneur. Klopt dat? 

Age Yska: ‘De maatschappelijke druk gaat het uiteindelijk winnen van de marketingpraatjes. Als organisatie moet je kunnen aantonen dat je werkelijk verantwoord onderneemt. Daadwerkelijk voorkomen dat je als bedrijf en als toeleveringsketen een negatieve impact veroorzaakt op het milieu, de maatschappij en de mens. Door deze tendens moeten we echt stappen gaan zetten. Het is als bedrijf bijvoorbeeld al vreemd als je een ‘groene’ en normale productlijn hebt. Als edding zeggen wij dat onze EcoLine geen product moet zijn, maar een filosofie van de organisatie. Dus alles binnen edding moet volgens de EcoLine normen gemaakt moeten worden. Als marktleider gaan we daarnaartoe. We moeten als organisatie ernaar streven dat onze markers uiteindelijk volledig afbreekbaar zijn in de natuur. Zover zijn we nog niet, maar het moet wel onze doelstelling zijn. Nu al maken we onze EcoLine markers volgens het circulaire proces. Met onze retourboxen verzamelen we alle soorten schrijfwaren, die door ons recyclingbedrijf volledig worden verwerkt. Van de herbruikbare plastics worden onze duurzame EcoLine markers gemaakt. Maar helaas zijn er door grondstof tekorten nu nog te weinig herbruikbare grondstoffen om al onze markers volgens het circulaire proces te fabriceren.’ 

Hondmann heeft wel een verklaring voor het tekort aan herbruikbare grondstoffen: ‘De overheid faciliteert retourstromen onvoldoende. Als Lyreco een vol inktpatroon naar een klant stuurt dan zijn er nauwelijks regeltjes. Zo gauw de inktpatroon leeg is, is het meteen chemisch afval met allerlei beperkingen.’ 

Van der Steen kan er ook over meepraten. We willen het liefst de retourboxen die Lyreco heeft ingezameld in Nederland, niet alleen voor cartridges maar ook voor allerlei gebruikte en defecte kantoorartikelen, met ons eigen transport vervoeren naar ons standaard distributiecentrum in België. Maar dat gaat niet, want je mag niet met afval de grens over. Nu laten we het door een afvalverwerker in Nederland afhalen in het Lyreco-depot in Utrecht voor een verdere verwerking tot grondstof voor nieuwe producten. Bovendien moeten we van de gedachte af dat een gerecyclede balpen duurder is dan een nieuwe. Alles valt of staat bij gedrag; bij de jongere generatie is het bewustzijn al groter.’ 

Age Yska: ‘De maatschappelijke druk gaat het uiteindelijk winnen van de marketingpraatjes’ 

De Meester stelt dat beïnvloeding van gedrag van onderuit, een utopie is. ‘Terwijl Nederland statiegeld op PET-flessen heft, is dat in België niet zo. Daar is de overlast van lege PET-flessen dan ook een groot probleem, want de mensen brengen die flessen niet uit zichzelf terug. We moeten toch meer naar de overheid kijken om te reguleren, vast te stellen wat die normen moeten zijn en wat de definitie van circulair is.’ 

Mos meent dat de focus bij aanbestedingen te veel ligt op de producten zelf en op het bedrijf dat erachter zit. ‘De bedrijfsfilosofie of het sustainability rapport wordt er totaal niet bij betrokken. We kunnen dan ook niet om regulering door de overheid omheen.’ 

Wuestman ziet enkele tegenstrijdigheden. ‘Je kunt wel voor regulering pleiten, maar dan kijkt men alleen nog maar naar de LCA-uitslag. Als je denkt dat je iets kunt meten, gaan mensen daar gaten in ontdekken en de boel manipuleren. Ik probeer het op een andere manier in te steken. Zolang we nog niet die gulden middenweg hebben die iedereen begrijpt en waar niemand een gat ik kan schieten, moet je proberen bij het uitvragen geschikte en gedreven professionals bij elkaar te krijgen. Wij besteden met de Rapid Circular Contracting aanpak geen voorbedachte oplossingen aan, maar het partnerschap. Mensen die aanvankelijk sceptisch waren over RCC aanbestedingen, beginnen nu te vragen naar trainingen, omdat ze bang zijn om de boot te missen doordat de koplopers de boel naar zich toetrekken. Normstellingen zijn voorlopig nog te weerbarstig, maar dat is geen reden om op je handen te blijven zitten. Omdat we bijvoorbeeld nog niet weten hoe het hybride werken er precies uit gaat zien, hebben we dat ook niet kunnen en willen omschrijven in een tender voor de gemeente Den Haag. Maar de best passende partners geven in hun inschrijving wel de garantie dat 98 procent van de aanstaande kantoor- en vergader/ontmoeteninrichting uit niet-nieuwe materialen zal bestaan. Dat is voor iedereen hartstikke duidelijk.’ 

Frans Hondmann: ‘Zo gauw de inktpatroon leeg is, is het meteen chemisch afval met allerlei beperkingen’ 

Jacobs voegt toe. ‘Een van mijn klanten had als doelstelling om in 2030 helemaal circulair in te kopen. De gebruikende of inkopende organisatie moet ook een transitie doormaken. We hebben het bijna niet over de inhoud, maar sturen op een dialoog. Een inkoper en een marktpartij spreken niet dezelfde taal. Durf eens vragen te stellen of concurrenten bij elkaar in een kamer te zetten. Dan kun je een aanbesteding op een andere manier insteken. Wij hebben voor een groeimodel gekozen. De inkoper moet gaan snappen welke vragen hij moet stellen aan de aanbiedende partij. En ga samen voor een relatie, want het draait niet alleen om het product. Niet iedere inkoper is echter zover, maar steun van de aanbiedende partij zou hem helpen.’ 

Mos: ‘Voor de fabrikant is het moeilijk om de dialoog aan te gaan bij elk nieuw product. Het is een kwestie van vraag en aanbod. Bovendien ben ik vanwege een negatieve ervaring uit het verleden nogal huiverig voor het delen van informatie met een concullega. Niet iedereen is even betrouwbaar in de markt. Daarom voel ik toch wat meer voor regulering, waarmee je betere controle houdt. We moeten greenwashing namelijk uit de wereld helpen.’ 

Heessels: ‘Ik beluister zo twee grote lijnen: de eerste is regulering, de tweede is de tijd nemen en zorgen voor begrip en dialoog. Daarbij komen verschillende knelpunten voorbij die we wel moeten adresseren. Dat zal toch gezamenlijk moeten gebeuren. 

Wuestman: ´We zouden ons moeten afvragen of het oude businessmodel moet blijven. Ik verkoop je wat, het wordt daarna afval en daarna heb ik er geen verantwoordelijkheid meer voor. Ik heb destijds vanuit Stichting Circulaire Economie en later Coöperatie Re-able een formule ontwikkeld om de ideale werkplek voor bedrijven te faciliteren. Daar vroegen de aanbieders vanuit de coöperatie een bepaalde fee voor, terwijl het hun spullen bleven en als jij het meubilair niet meer nodig hebt, komen zij ze weer ophalen. Later ben ik doorgegaan op dat gebied met CESCo, de Circulaire Economie Service Company, waarmee we in België een verduurzamingslag in het vastgoed maken, maar ook toegepast kan worden in de kantoorinrichting. Deels is dat wel het potentiële antwoord, want je zegt feitelijk: het is en blijft mijn pen of bureaustoel. Je hoeft de inkoper helemaal niet op te leiden hoe duurzaam die pen is. Het is niet zijn ‘probleem’. Een nieuwe mindset zal een boost krijgen als je de hele financieringsproblematiek anders benadert.’ 

Erick Wuestman: ‘Een nieuwe mindset zal een boost krijgen als je de hele financieringsproblematiek anders benadert.’ 

Een van de meest gemaakte fouten in de transitie naar circulariteit is dat fabrikanten hun lineair ontworpen product in een circulaire propositie proberen te proppen, meent Jacobs. ‘De meeste producten, zoals een laptop, een printer of een pen, zijn niet ontworpen om standaard één materiaal te gebruiken. Hergebruik en recycling worden bemoeilijkt. Alle kosten en dergelijke, zoals garantie en service, leg je bij de gebruiker neer. De kostenberekening van de producent kan helemaal uit de klauwen lopen. Menigeen wil te snel naar een circulair businessmodel switchen, maar de vraag is of je product wel klaar is voor een circulaire propositie.’ 

Mos constateert aansluitend veel onduidelijkheid over circulariteit in de markt. ‘Het is een modewoord aan het worden. Vaak wordt er over een circulair product gepraat als het slechts recyclebaar is. Vrijwel alles is tegenwoordig echter recyclebaar. Doel van de fabrikant moet onder meer zijn dat het product levenslang meegaat, maar daar zitten nogal wat haken en ogen aan. Veel producenten hebben geen contact met de (eind)gebruiker, een retourstroom op gang brengen is daarom in veel gevallen niet gemakkelijk. Daarbij kan een partij als Lyreco een belangrijke rol spelen, maar uiteindelijk ligt de verantwoordelijkheid bij alle partijen. Als we het de gebruiker niet kinderlijk eenvoudig maken de juiste, verantwoorde keuze te maken, wordt deze simpelweg vaker niet dan wel gemaakt. Het idee van de circulaire economie is ontzettend mooi, maar de winst ligt in een betere samenwerking in de keten.’ 

Ton Bals: ‘Het begint vaak al op microniveau in de winkel bij zoiets als een goede communicatie door de winkelier’ 

Bals constateert aan het eind van het debat dat er serieus nagedacht wordt over verduurzaming en ook stappen worden gezet. ‘Maar het begint vaak al op microniveau in de winkel bij zoiets als een goede communicatie door de winkelier over bijvoorbeeld de navulling van een pen.’ Yska: ‘Een rake opmerking. Dat moeten we als fabrikant van navulbare markers direct gaan oppakken.’
Verder vindt Bals het belangrijk te benoemen dat ‘circulariteit’ een middel is en geen doel. ‘En als dan verkoopbevordering je voornaamste doel is met circulariteit, dan val je vroeger of later door de mand en schiet je je doel twee keer voorbij.’ 

Heessels resumerend: ‘We zijn met ons allen enthousiast en positief bezig met de verduurzaming en circulariteit. Wel komen we allerlei knelpunten tegen die vaak ook nog doorsluimeren en niet ‘in the open’ komen. Daar hebben we met ons allen nog een taak. Er is behoefte in de industrie om met één stem te spreken.’ Jacobs heeft tot slot een optimistisch kijk. ‘Eerlijkheid en transparantie zullen uiteindelijk toch winnen.’ 

Ton Bals, Bureaubewust 

Begonnen als milieuvriendelijke kantoorvakhandel voor zakelijke eindgebruikers is bureaubewust inmiddels veel ruimer gesorteerd met bewuste artikelen rondom werken en wonen, kantoor en cadeau; voor kinderen en volwassenen; voor particulier en zakelijk gebruik. 

Jan de Meester, tesa 

Producent van kleefoplossingen voor industrie, kantoor en consument. Meer dan tien jaar al rapportage over zijn activiteiten op het gebied van duurzaamheid, dat een hoofdbestanddeel vormt van het bedrijf. FSC-gecertificeerd papieren verpakkingstape op de markt. Inkopen van groene energie, gebruik biogas, stakeholders betrekken bij verduurzaming. 

Age Yska, edding 

Producent van markers, schrijf- en tekenwaren. Bijenkassen rondom kantoor, bijen zijn basis voor alles dat bloeit en groeit, het startpunt voor het milieu. De bijen zijn geen gimmick en staan symbool voor wat edding is. Neemt graag het voortouw in duurzaamheid en zet al jaren alles in het werk om de footprint, van productie tot verpakkingen, te minimaliseren. Ambitie: volledig CO2-neutraal, daarna CO2-negatief, dus positieve impact op het milieu, in de hele keten. 

Roderik Mos, Dataflex 

Fabrikant en ontwikkelaar van ergonomische werkplekaccessoires. Sinds 2016 volledige footprint van bedrijf en producten in kaart gebracht met het doel deze zo veel mogelijk te verlagen, zoals verbanning van piepschuim en plastic uit verpakkingen. Sinds 2018 CO2-neutraal. Bezig met B Corp-certificering, voor bedrijven die grote impact hebben op mens en milieu. Verduurzaming van assortiment. 

Frans Hondmann, Armor 

Marktleider in remanufacturing van cartridges. Armor zamelt print supplies in en maakt ze geschikt voor hergebruik. Met het eigen merk OWA biedt Armor een assortiment volledig circulaire cartridges, geproduceerd volgens een gesloten kringloop met zero waste. Naast de vermindering van de milieuvoetafdruk van printen houdt de Armor Groep zich bezig met meer duurzame ontwikkelingen, zoals thermal transfer-technologie, verhoging van de levensduur van batterijen en zonne-energievoorziening via fotovoltaïsche films. 

Willy van der Steen, Lyreco 

Leverancier van kantoorartikelen en werkplekoplossingen. Lid van MVO Nederland en Green Businessclub. Duurzaamheid in DNA en ambitie om in 2025 voor elke productgroep een circulaire oplossing te hebben. Inzameling cartridges/toners, oud papier, kantoorartikelen, lege plastic statiegeldflessen en koffiebekers. Doel is inzameling van alle geleverde office supplies voor hergebruik en/of grondstof voor nieuwe producten. Lyreco-dochter Intersafe: inzameling van alle persoonlijke beschermingsmiddelen, werkkleding en de circulaire verwerking ervan.  

Erick Wuestman, KplusV 

Adviesorganisatie voor duurzame, sociale en innovatieve vraagstukken en oplossingen. Erick is expert circulair inkopen en begeleidt tenders met focus op duurzame ambities. Met de door hem ontwikkelde Rapid Circular Contracting / RCC aanpak ondersteunt hij inkoop en aanbestedingen voor onder meer kantoorinrichtingen. RCC zoekt de beste partner bij de ambities van de opdrachtgever, zoals bij de inkoop van een circulaire werkomgeving voor de gemeente Den Haag. 

Marcel Jacobs, head of social sust operations bij Philip Morris en eigen bedrijf CIRCL8 

Expert op gebied duurzaamheid, voorheen bij Philips en Office Depot (onder meer eerste uitgave Green Book). Een van de grondleggers van Sustainable Office, samenwerkingsverband van partijen in de office-branche op gebied van duurzaamheid. Expertise: circulariteit en duurzaam ketenbeheer.  

Sustainable Office: gemiste kans 

Helaas is het initiatief Sustainable Office een stille dood gestorven. Volgens een van de initiatiefnemers Marcel Jacobs was de industrie niet bereid om een dialoog te voeren. ‘Iedereen wilde toch zijn eigen ding doen. We zijn erg aan het trekken geweest, uiteindelijk waren er zo’n zeven fabrikanten die wilden deelnemen. Ze hebben erg hun best gedaan om mee te denken, maar de grootste uitdaging was om met elkaar goede criteria af te stemmen. Zo gauw er getallen aan worden verbonden en je ziet dat jouw product het slechter doet dan dat van je concurrent, kun je twee dingen doen: of weglopen of je producten aanpassen? De bedoeling van een label is om je productportfolio aan te passen aan de criteria daarvan. De handdoek werpen is het verkeerde signaal. Duurzaamheid is iets dat je samendoet en in de tijd moet groeien. De grootste fout was dat bedrijven dachten dat ze even snel konden scoren. We waren best snel tot het framewerk gekomen, maar de angst om met de billen bloot te gaan was te groot voor een aantal partijen. Echt een gemiste kans voor de industrie.’ 

X