De opmars van discount formules in het winkel landschap lijkt niet meer te stoppen. In vrijwel elke branche kun je wel een prijsvechter aantreffen. Ik bezoek zelf ook graag een discount winkel. Als een van de eerste voordelen vind ik dan dat ze op gemakkelijk bereikbare locaties zitten en je er vaak goed kunt parkeren. De eerste stress van een winkelbezoek is daarmee al weg gewerkt. Â
Eenmaal binnen begint het feest. Met plezier en verbazing aanschouw ik het assortiment en de schreeuwerige aanbiedingen. Uiteraard ligt de aandacht volledig op een aantrekkelijke prijs, maar vaak tref je er ook producten aan die door de klassieke aanbieders niet meer worden aangeboden. Dat geldt zowel voor food als non food. En dat maakt het vaak ook zo leuk. Nieuwe producten, lage prijzen, en veel verassingen! Het is lastig om de verleiding te weerstaan en niet iets te kopen waar je vooraf niet aan gedacht had. Wat discounters overigens ook pijnlijk laten zien is wat de prijs van een product werkelijk kan zijn.Â
Door het inkopen van grote volumes of rechtstreekse import zonder tussenschakels is het voor discounters mogelijk om de producten zeer aantrekkelijk aan te bieden. En ook de fabrikanten van grote merken weten de schappen van deze winkels te vinden. De “markt “heeft altijd gelijk luidt het adagium immers. Je moet daar zijn waar de klant wil kopen. Maar de klant mag niet alles verwachten bij het koopjesjagen. Â
En daar gaat het dan ook vaak mis. De hedendaagse consument is verwend en wil graag weinig
betalen en veel ontvangen. En dat gaat niet samen. Een goed product wat vaak langer meegaat
of gemaakt is van betere of schonere grondstoffen heeft nu eenmaal een ander prijskaartje. En dat
geldt ook voor goede service. Daar moet gewoon voor worden betaald. Het lijkt mij duidelijk dat je
bij een fastfood restaurant andere verwachtingen moet hebben dan bij een gerenommeerd restaurant. Uiteindelijk kun je bij beiden eten , maar er is toch zeker een andere belevenis.
Maar ook goede diensten dienen meer op waarde geschat te worden. Die zijn tegenwoordig al helemaal niet meer vanzelfsprekend. De vakbekwame servicemonteur, de vriendelijke ober, bouwvakker en elektricien etc. die uitstekende service en kwaliteit leveren verdienen een goede beloning. Als zij slecht presteren kan je dat veel hoofdpijn bezorgen. Vakmensen dienen voor hun kennis en kunde te worden gekoesterd. Het blijft ook altijd gênant om te zien dat veel horeca bezoekers stoïcijns vergeten om de gastvrije hard werkende bediening een fooi te geven. Overigens kan de consument zich ook onverklaarbaar irrationeel gedragen. Voor dure lifestyle producten van luxe merken wordt grof betaald en is men bereid om in de rij te staan om überhaupt de winkel in te mogen. Of kaartjes voor een populair festival? In no time uitverkocht en dan nog tegen de hoofdprijs. Het woord discount of sale is daar nog niet uitgevonden.
Maar wat moet je dan doen om de grillige consument tevreden te stellen? In ieder geval moet helder zijn waar je voor staat. Bijvoorbeeld door een volledige focus op kosten, reductie van het assortiment , en een goedkoop imago. Of juist de andere kant op. Meer service, meer luxe, status en meer belevening. Echte value retail dus met de daarbij horende hogere prijzen. Maar één ding lijkt mij evident. Als je in het middensegment zit, moet je wel heel erg je best doen om duidelijk te maken wie je nu bent Het lijkt of de consument extreme keuzes maakt tussen discount en value retail. Het midden segment lijkt terrein te verliezen. Daar wil je dus liever niet actief zijn.Â
Welke keuze er ook gemaakt wordt, voor kwaliteit en service zal altijd betaald moeten worden.
En terecht! Goedkoop is tegenwoordig allang niet altijd duurkoop. Maar slimme marketeers
weten ons toch nog altijd te verleiden tot duurdere aankopen. En als we daar een goed gevoel van
krijgen is dat helemaal prima!