Een man staat boos bij de postbalie. “In dit bericht staat dat mijn pakket gisteravond om 21:34 uur bij jullie is afgeleverd.” Als ik zeg dat ik niets heb staan, laat hij de app aan mij zien. Net zoals honderden mensen dat in de maanden daarvoor ook hebben gedaan. “Terwijl ik gewoon thuis was!”, voegt hij er fel aan toe.
“U denkt toch niet dat wij gisterenavond om die tijd nog aanwezig waren in onze winkel?”, vraag ik hem. “Wij zitten dan lekker thuis in de tuin of binnen op de bank.” De man begint nog bozer te worden. “Waarom staat het er dan?” Ik haal mijn schouders op. “Trump heeft ooit fake news bedacht. Dit past mogelijk in die categorie.”
“Post zegt dat het pakket hier is!”, zegt hij nu met een hardere stem. Het is een gesprek dat ik alleen deze week al zeker twintig keer heb moeten voeren. “U gelooft dus liever een anonieme medewerker van PostNL die vanuit een kantoor in India of Portugal die melding heeft gedaan, dan de persoon die net speciaal voor u in zijn magazijn heeft gekeken?” De man begint nu rood aan te lopen. Hij wil degene geloven die iets zegt wat het beste in zijn straatje past. “KIJK DAN!”, zegt hij wederom en duwt zijn telefoon bijna in mijn gezicht.
Ik begin te lachen. “Heeft u het bericht zelf wel gelezen?”, vraag ik zo vriendelijk mogelijk. Woest kijkt hij op het scherm van zijn telefoon en begint het bericht voor te lezen. “UW PAKKET IS GISTEREN OM 21:34 UUR AFGELEVERD BIJ UW BUREN OP NUMMER 3.” Hij kijkt mij triomfantelijk aan. “UW WINKEL IS NUMMER 3.” “Klopt”, zeg ik zo kalm mogelijk. “Wij zijn alleen niet uw buren.”
“Waarom zouden ze het bij mijn buren afleveren?”, vraagt de man nu vol ongeloof. Zijn eigen woorden beginnen nu pas tot hem door te dringen. Buren…..
Een vrouw met twee boeken in haar handen staat ook bij de kassa en kijkt de man met oprecht medelijden aan. “Moeilijk hé? Zelf nadenken?” Ik hoor het haar zeggen en verwacht dat de man nu helemaal gaat ontploffen. In plaats daarvan kijkt hij haar alleen maar aan. Je ziet dat hij alles probeert te bevatten.
“Dus het ligt niet hier?” De vrouw met de boeken en ik schudden beide ons hoofd. “Niet volgens het bericht op uw telefoon dat volgens u de waarheid bevat”, zeg ik zo rustig mogelijk. “Waarschijnlijk was u gisteren niet thuis toen ze uw zo belangrijke pakket kwamen brengen.”
“Slordig”, zegt de vrouw met de twee boeken. “Ik moest alleen even de hond uitlaten”, mompelt de man nu duidelijk verslagen. “Dat was maar een minuut of twintig.” Hij kan het nauwelijks geloven.
Ondertussen heb ik mijn aandacht gericht op de vrouw met de boeken. “Cadeautjes?”, vraag ik haar. Ze lacht en schudt haar hoofd. “Lekker voor mijzelf.” Ik beantwoord haar lach. “Gelijk heeft u”, zeg ik.
We zijn de man met zijn pakket bij de buren alweer vergeten.


